“Mijn grootvader was bakker in Winsum”. Mijn vader vertelde daar vaak over. Jammer dat ik niet beter geluisterd en meer gevraagd heb. Hij fietste er “als kwajongen” heen met broer Klaas.
Die bakker zat trouwens wel met z’n neus overal bovenop. Twee boeken brachten in dat opzicht verrassende informatie aan het licht: “Gereformeerde kerk van Winsum-Obergum 1843-1993” van H.B. Gerritsma en “Het verhaal van een bijzondere school” van H.B. Gerritsma en anderen.
In 1834 vond de Afscheiding plaats: achteraf gezien het begin van de gereformeerde kerken in Nederland. Negen jaar later, in 1843, werd ook in Winsum een Christelijke Afgescheiden gemeente gesticht. De bakker was toen nog geen bakker, maar een ventje van een jaar of tien, opgroeiend in Bedum. In Bedum was al in 1836 een Afgescheiden gemeente opgericht en tot de eerste lidmaten behoorden twee Meima’s: Klaas en Jacob. Ik vermoed dat Pieter, de vader van de kleine Klaas die later onze overgrootvader zou worden, ook tot de afgescheidenen is gaan behoren, maar dat heb ik nog niet terug kunnen vinden.
In elk geval werd Klaas Pieters toen hij zich als volwassen man in Winsum had gevestigd daar lid van de Afgescheiden gemeente. En al snel ook van de kerkeraad. Decennia lang! In 1867 werd er door de kerk een woning aangekocht om te worden gebruikt als “armhuis” en later deels als kosterswoning. Het gebouw stond op naam van drie gemeenteleden, waaronder onze overgrootvader: K. Meima.

gereformeerde kerk in Winsum, verfraaid (?) met een glazen voorgedeelte met blauwe deur. Boven dit deel is de gedenksteen te zien
In 1870 trad hij toe tot de kerkenraad als kerkvoogd, Op 11 december 1870 werd de nieuw gebouwde kerk van de afgescheidenen “plegtig ingewijd”. Op de in 1871 aangebrachte gevelsteen (die tot op de dag van vandaag het kerkgebouw siert) staan de predikant, de architect en de leden van de kerkenraad (zes in getal) vermeld. Een van de zes is (jawel!) K. Meima.
In 1874 besloot de kerkenraad dat er in Winsum een christelijke school moest komen. Er werd geld ingezameld, maar niet genoeg. In 1876 verdubbelden de kerkenraadsleden het bedrag waarvoor zij ingetekend hadden, K. Meima tekende nu in voor 200 gulden. Hij nam ook plaats in de kerkenraadscommissie die zich met de vestiging, het beheer en het bestuur van de school zou gaan bezighouden. Op 10 april 1876 werd de eerste steen gelegd, een gedenksteen met de namen van onder andere de zeven commissieleden, waaronder (inderdaad!) K. Meima.
Hij bleef blijkbaar lid van de kerkenraad, want hij wordt genoemd als tijdelijk voorzitter in een aantal predikantloze perioden (de predikant was toen normaal gesproken voorzitter van de kerkenraad): 1894/1895, 1900 en1908 (hij was toen dus al vijfenzeventig jaar!). In de predikantloze periode 1913-1914 werd hij tenslotte vervangen door een zekere R. de Haan. Bezig baasje, die bakker in Winsum.
P.S. Na het kroniekje over bakkershanden en Danhofbenen reageerde Dieneke. Haar moeder tante Reina was gewoon verontwaardigd toen de pasgeboren Dieneke in haar wiegje lag en het eerste wat tante Jo zei toen ze haar zag was: Danhofbenen!
Is er ook een genealogisch overzicht van de familie Meima – Bult.
Ik zoek en zoek op de Amerikaanse sites. Maar met de vrouwelijke leden schiet het maar niet op.
Beste heer Reiffers, misschien heeft u hier wat aan? https://www.ancestry.com/family-tree/person/tree/25058281/person/1599432952/facts