17. Familiereünie

…  dat wij elkander weer in gezondheid mochten ontmoeten
en dat wij  het goede van elkander mochten vernemen

Noordwijk 2010. Na weet ik hoeveel jaren zonder: dit jaar weer pinksteren in de Ossewa in Noordwijk aan Zee met een heleboel Meima’s van vier generaties.

Wat was er altijd zo leuk aan “Noordwijk”? Het strand natuurlijk: de zee, de ijsjes, ooms in kostuum, andere in zwembroek, tantes in jurk met kousen en schoenen, andere in badpak.  De vrijheid: er werd minder op je gelet, je mocht later naar bed, je mocht zonder je ouders naar het strand. Het weer: altijd mooi! En dat ondefinieerbare: familie.

 De zee – 1966  De zee – 2010

Plotseling dacht ik aan het gebed van mijn vader. Wij baden toen ik klein was voor en na iedere maaltijd, dat wil zeggen mijn vader bad hardop en wij hadden onze handen gevouwen en onze ogen gesloten. Herkennen de neven en nichten van mijn generatie dit beeld? Mijn vader sprak vaste gebeden uit, ik denk dat hij ze ooit een keer bedacht heeft en toen is blijven herhalen, want ze waren niet op rijm, zoals mijn moeder ze uitsprak als mijn vader afwezig was. De regels bovenaan dit stukje voegde hij toe als we familie te logeren hadden.

Flarden van zijn andere gebeden komen boven.

  • “…wilt gij daarin voorzien naar de rijkdom van uw genade.” Als heel klein kind verstond ik: “wilt gij de revorziena, de rijkdom van uw genade”.
  • “… over het ganse rond der aard’…” Ik hoorde: “over het ganserond teraard”.
  • “Wij bidden voor de koningin en haar gezin, wilt gij haar raadslieden wijsheid geven.” Op zaterdagavond was het gebed altijd wat uitgebreider, daar komt deze strofe uit als ik het mij goed herinner.
  • “… dat … de dag zijner (of: harer) geboorte mag vieren…” (’s Morgens als er iemand jarig was).

Wonderlijk, de tale Kanaäns in de gebeden van een man die verder toch aardig met zijn tijd meeging. Was daarin posthuum onze opa te horen? Hoe dan ook: die oude teksten ontroeren me terwijl ik ze in me op laat komen. Het zijn mijn woorden niet meer, maar het is wel iets van alle tijden om de dagelijkse werkelijkheid, de persoonlijke en de collectieve, een spirituele dimensie te geven.

Ik vond het weer leuk in Noordwijk en ook meer dan leuk. Om in stijl te blijven:

Zie toch hoe goed, hoe lief’lijk is ’t dat zonen
van ’t zelfde huis als broeders samen wonen.
Eén liefdeband houdt hen tezaam.
(uit psalm 133)

(En ja: het was maar voor drie dagen. En ja: we waren er met “broeders” én “zusters”. Maar toch.)

 In “Die Ossewa” – 1964    In de Ossewa -2010

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *