20. Johanna Antje Meima

In februari 2009 publiceerde The Herald, editie Everett, onderstaand, door mij vertaald, In Memoriam. Het plaatsen van een In Memoriam van overleden plaatsgenoten is in de Verenigde Staten gebruikelijk.

Op 23 februari 2009 is Johanna Antje Meima heengegaan om bij haar Heer te zijn. Zij werd geboren op een boerderij bij Sultan, Washington, uit Nederlandse immigrantenouders. Ze is zesennegentig jaar geworden.

Haar leven lang is Johanna lid geweest van de Christian Reformed Church en binnen de kerk is zij op vele terreinen actief geweest, onder andere als zondagschoolonderwijzeres.

Johanna als jonge vrouw

Johanna heeft haar hele leven op de boerderij van haar ouders gewoond waar zij en haar familie melkvee hielden en gewassen verbouwden. Toen ze eenmaal gestopt was met het werk op de boerderij heeft zij twee reizen naar Nederland gemaakt om familie te bezoeken.

Johanna was een verwoed tuinierster en een actief lid van de Sultan Garden Club. Zij liet anderen meegenieten van haar passie voor bloemen door bloemstukken te maken voor bruiloften en kerkdiensten en door mee te werken aan schoolprojecten. De bloementuin bij haar huis aan de Howard Road was alom bekend en opgenomen in veel tuinroutes.

Johanna werd in de dood voorgegaan door haar moeder Bauktje, haar vader Hermannus en haar broer Herman.

Niet lang na haar overlijden belde Mans mij: Nicht Johanna in Monroe (zie Emigreren 2) was overleden en hij was benaderd met het verzoek om een lijst op te stellen met de namen en adressen van al Johanna’s neven en nichten of, als die overleden waren, hun kinderen. Dit in verband met de erfenis. Dus wat denk je dan?


Neven en nichten togen aan het werk, hier en ook in de Verenigde Staten, want inmiddels was er immers dat contact met Dave en zijn tante Johanna (zie Emigreren 3). Oude adressenboeken werden geraadpleegd, verzoeken om gegevens werden rondgestuurd, complete overzichten werden vervaardigd en opgestuurd.

Toen gebeurde er lange tijd niets.

En eindelijk, vele maanden later, kregen alle opgespoorde (kinderen van) neven en nichten was een dikke A4-envelop in de bus: als mogelijke erfgenamen hadden zij ingevolge de wetgeving van de staat Washington het recht om op de hoogte te worden gesteld van wat er met de nalatenschap van hun bloedverwante zou gebeuren. De executeur testamentair heeft zich keurig van zijn taak gekweten: hij heeft duidelijk en goed gedocumenteerd uiteengezet dat Johanna haar boerderij en woonhuis had vermaakt aan een goede vriend die veel voor haar had gedaan en haar vermogen aan een aantal christelijke doelen.

Het ietsje pietsje teleurstelling waarop ik mezelf betrapte vond ik eigenlijk wel heel komisch, vooral omdat er in de families Meima en Hoekzema vast meer dan honderdvijftig kinderen van neven en nichten van Johanna zijn. Maar Henri’s reactie lijkt me een passende afsluiting van dit kroniekje. Hij sprak er zijn vreugde over uit dat Johanna zo’n goede vriend heeft gehad en dat zij kennelijk is gestorven in vrede met God.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *