Deze keer een gastkroniek: onze oom Mans Meima heeft de onderstaande impressie geschreven in het kader van een cursus “schrijf je autobiografie”.
Onze goudgele grens.
“Juich ik aan het vlakke strand: ‘k heb U lief, mijn Nederland!” Zo eindigt de ode aan onze duin- en strandkust.
Wij hebben iets met dat strand als familie. Als kind ging ik iedere zomer naar Noordwijk en het hagelwitte “Huis ter Duin”en de andere witte hotels staan nog vast in mijn geheugen gegrift. Wat hebben wij veel forten van zand gemaakt en met een muur ervoor verdedigd tegen de opkomende vloed.En eigenlijk toch teleurgesteld als je door de branding terug moest omdat je hele kasteel tenslotte door de zee verzwolgen was.
De familie op het strand van Schiermonnikoog – al voor de geboorte van Mans!
Met ons eigen gezin gingen we ook altijd naar zee en we hebben in de loop der jaren ongeveer de hele kust afgestroopt van Ameland tot Cadzand. In deze laatste plaats zaten we 2 zomers in een bunker, die nog uit de oorlog was overgebleven. Direct aan het strand en dat was heerlijk voor ons allemaal.
En toen kwam Pinksteren in Noordwijk, meer dan 25 jaar hebben we daar met de hele familie een vacantiehuis afgehuurd, zodat er daar ieder jaar zo’n slordige 50 mensen bijeen waren. Met z’n allen aan het strand, een groepje wandelaars naar Katwijk, zwemmen, pootjebaden en ijsjes eten, er was altijd wel iemand die tracteerde. Zingen bij de gitaar, zoekgeraakte kinderen afhalen bij de politie en naar de duinen als het geen strandweer was. Bij veel wind stoof het zand op het strand langs je blote benen en dat striemde. De kinderen van toen, nu veelal vaders en moeders, organiseerden vorig jaar een Noordwijk-reunie, waar 92 personen aanwezig waren Dat was een grandioze happening en zal herhaald worden. Bovendien is er een website van onze familie opgezet.
Dan gaan we nu even weer terug in de tijd. In Mei 1947 vertrokken we met de Kota Baru naar Indië en ik zal nooit vergeten hoe wij het strand in de verte zagen verbleken en er een stem weerklonk: “Besef wel, dat u voor onbepaalde tijd uw vaderland gaat verlaten” en daarna het Wilhelmus: dan gaat er wel iets door je heen. En terug uit Indië met het grootste troepentransportschip ter wereld: de “Pasteur”, die maar nauwelijks door de sluizen van IJmuiden kon. Op het IJ gekomen begonnen de daar gelegen schepen te fluiten en als antwoord trok de “Pasteur” zijn toeter open: majestueus en onvergetelijk, temeer daar er heel veel publiek aanwezig was.
De zee kan ook heel dreigend zijn en bij naderend onweer heb ik vaak het hele strand zien leegstromen, uiteraard met een fikse verkeersfile als gevolg.